
Spreekwoorden: (1914)
Rut zijn,d.i. berooid zijn, geen geld meer hebben; alles in het spel verloren hebben (zie n<sup>o<-sup>. 264); robbie, lut, luts (Waasch Idiot. 415 a; Fri. Wdb. II, 137 b) zijn; blek zijn (Rutten, 31); kabs (Köster Henke, 29); kweps zijn (V.d. Water, 101); loste zijn (Köster He...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Rut zijn,d.i. berooid zijn, geen geld meer hebben; alles in het spel verloren hebben (zie n<sup>o<-sup>. 264); robbie, lut, luts (Waasch Idiot. 415 a; Fri. Wdb. II, 137 b) zijn; blek zijn (Rutten, 31); kabs (Köster Henke, 29); kweps zijn (V.d. Water, 101); loste zijn (Köster He...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.